woensdag 18 september 2013

Niet-weten


Tijdens de ouderavond voel ik me net een verslaggever van Pownews die een politicus met een mediatraining bekritiseerd. Nu merkte ik, dat het belang van de politicus om koste wat kost het gevoel te geven dat ze het goede doen, de reporter in een Pownews positie brengt. 

Het verschil tussen mij en de verslaggever is, dat ik er niet zo van geniet om te proberen de leerkracht op de kast te krijgen. Ik ben niet geïnteresseerd in de kijkcijfers en of de amusementswaarde van het te kijk zetten van de holle vriendelijkheid van de politicus.

Eigenlijk vind ik het vreemd dat de politicus maar ook de leerkracht en eigenlijk nog veel meer professionals op elkaar zijn gaan lijken in dit aspect: zorgen dat het publiek, de klant of cliënt zich gehoord voelt, no matter wat je aan zijn probleem kan doen.

Zelfs de huisarts die heeft geleerd te zeggen: “ik weet ook niet wat het is”, wil van zijn niet-weten een autoriteit laten uitgaan. “Ik weet het niet”, zeggen professionals, maar jij moet ook niet verder zoeken. Wees zoals ons, leg je erbij neer, mediteer of count your blessings.

Deze houding gijzelt mij als burger, kiezer, ouder en patiënt. Ik wil juist graag weten wanneer u, professional, het ook niet meer weet, zodat ik mijn eigen richting in de wildernis kan bepalen.

dinsdag 10 september 2013

Professioneel


Ik help mijn dochter met spelling. Ze zegt dat ze onzeker is of dit mijn ondersteuning wel professioneel genoeg is. "Wat zou het professioneler maken?", vraag ik. "Ik heb bijvoorbeeld geen map en geen huiswerk", zegt ze. "OK, dan zorg ik toch voor een map en huiswerk", zeg ik. En dat stelt haar gerust.

Werkwoordspelling wordt bij de Citotoets als volgt getest: Je krijgt telkens vier zinnen en in elke zin is een werkwoordsvorm dikgedrukt. Je moet kiezen welke van de vier fout is. Ik zie de fout bijna direct, maar degene die straks de Citotoets moet doen niet en mijn zoon (6 VWO) trouwens ook niet. Ik heb een methode bedacht die gebaseerd is op de proefwerken Latijn van mijn middelbare schooltijd.  We kregen een tekst om te vertalen, ik was daar meestal niet goed in. Daarna kregen we vragen over grammaticale kwesties uit de tekst. Je moest uitleggen waarom een bepaalde verbuiging of constructie op de plaats in de tekst correct was. Dit was mijn favoriete gedeelte van de toets. Ik haalde er het totaal aantal punten mee op.

De methode die ik voor het tackelen van de Citotoets heb bedacht is als volgt: Bij elke dikgedrukte werkwoordsvorm moet je beredeneren waarom het goed of fout is. Is het verleden tijd of heden? Een sterk of zwak werkwoord?. Heb ik bij de tegenwoordige tijd iets met 't kofschip te maken? Eindigt de stam op een f of een v?. Enzovoort. En dat natuurlijk op gestructureerde wijze (misschien dat ik die eens uit de doeken doe nadat ik er patent op aan heb gevraagd).

En nu was Maurice de Hond bij Pauw en Witteman in discussie over zijn Steve Jobs Basisscholen  met de rector van het Euro-College een privé MBO opleiding. Tijdens de aftiteling maakte Pauw flauwe grapjes over de rector die de eindtune niet herkende omdat hij geen computer zou hebben. Best raar, want Pauw en Witteman is tv en geen internet. Als je op televisie iets wil beweren, kun je het beste een tv-ster inhuren die je verhaal kan verpakken in de soundbites en de beeldbites die tv begrijpt. Je hebt een enorme achterstand als je niet een bekend gezicht hebt met het hele verhaal dat daar al bij meekomt. Als ik Maurice de Hond zie, denk ik niet aan betrouwbaarheid en zelfs niet aan sluitende redenering, maar ik ben vast een uitzondering.

De Hond komt er mee weg  dat op 'zijn' scholen kinderen van kleutertijd af met een iPad werken omdat ze daar alles op kunnen vinden. Hij hoeft niet uit te leggen waarom het goed is als de leraar (coach) weggaat nadat hij de opdracht in de groep heeft gegooid om ‘medeklinkers’ op te zoeken.  Ik denk en hoop dat er voor dit op internet gebaseerde onderwijs veel materiaal is gemaakt dat specifiek voor de doelgroep is, zodat kinderen van groep 6 aangewezen zijn op Wikipedia om iets over medeklinkers te weten te komen.

De rector waarmee De Hond in discussie trad, probeerde, denk ik, de volgende repliek te geven: Eerst moet een kind een structuur in zijn hoofd krijgen zodat hij informatie van buitenaf (zoals van Wikipedia) beter op waarde kan schatten. Misschien is dit een pré-digitaal standpunt, maar hier had het over moeten gaan. Kunnen kinderen van nu het beter aan dan kinderen van vroeger om zonder structuur, die noodgedwongen door een vorige generatie wordt aangereikt (een generatie die dus niet vanaf de eerste paplepel met computers op schoot heeft gezeten), zich een weg te banen door alles wat er te leren valt en geleerd moet worden?

Terug naar de spelling.  Ja, ik denk dat kinderen best zelf een structuur kunnen maken door de chaos die de wereld is. Het gesproken woord is zo’n chaos en spelling is een manier om die chaos te beteugelen. Spellingsregels zijn bedacht door mensen en er zijn vele variatie mogelijk. Spelling hoeft niet vast te staan. In vroeger tijden werden verschillende spellingen naast elkaar geduld en dus waren fouten minder erg fout. Zonder autoriteit zou er best weer zo’n variatie aan spelling kunnen ontstaan en meer tolerantie voor spellingsfouten.

Maar, nee, ik denk niet dat kinderen de officiële spelling waaraan de oude generatie zo hecht correct zullen overnemen. Werkwoordspelling is als  een aangeslibd eiland*. Van alles is verklaarbaar uit overwegingen van spellingmakers van vroeger, maar een heldere logische structuur is het niet. Werkwoordsspelling  is in het licht van de komende digitale revoluties waarschijnlijk geen belangrijke tool. Voor de rector van het Eurocollege is het toch een basisstructuur die hij als oudere generatie kan aanreiken.

Mijn dochter doet zit jaar de Citotoets. Met een map of met een iPad moet zij dat historische fenomeen van onze werkwoordspelling onder de knie krijgen en fouten eruit halen die zij op dit moment nog helemaal niet storend vindt. Op een dag zal ze iemand die een flagrante fout in werkwoordspelling maakt vast  -net als haar (groot)ouders - geweldig dom en onopgevoed vinden. Internet biedt veel sites waarmee je werkwoordspelling kan oefenen. Maar nog geen waar is nagedacht over de methode die een kind van 11 kan gebruiken om grammaticale fouten te ontdekken door het te beredeneren. 
Soms loopt internet namelijk gewoon niet voor.

* Lord of the Flies, van William Golding, daar doen mij als utopie voorgestelde idealen waarin kinderen zonder begeleiding van de oudere autoriteiten een nieuwe maatschappij oprichten en de utopie van De Hond lijkt mij  net als het eiland van Golding, een dystopie.  Zijn voornaamste probleem als babyboomer is, dat hij zelf niet ziet dat hij ook voorbije generatie is, terwijl hij als babyboomer alleen de kwaliteit van jeugd en het nieuwe kan zien.

woensdag 4 september 2013

Beelddenken

Het meeste effectief leer je lesstof wanneer je er zelf les in moet geven. Dan pas moet je echt weten hoe de vork in de steel zit. 

Ik had losjes gezegd dat ik wel wat zag in het fenomeen beelddenken en zou kunnen helpen met spelling en met vreemde talen en het leren van lappen tekst. En nu is er opeens een potentiële klant. Dat betekent dat ik nu echt wil weten hoe het zit met beelddenken.

Beelddenken heb ik al vaker gegoogled en steeds met nogal onbevredigend resultaat. Ik kom juichende sites van therapeuten tegen, maar ik krijg geen overtuigende analyse van dat beelddenken. Beelddenken spreekt mij eigenlijk best aan in eerste instantie. Als kunstenaar is het idee dat je in beelden denkt niet gek. Bovendien leidde de diagnose 'beelddenker'  mijn dochter naar een perfecte psycholoog met wie ze samen van een zwakke rekenaar een hele sterke werd. Dus ik zou een believer moeten zijn, maar ik ben het niet. Ik vind dat de beelddenkmaffia afstotend simplistische beweringen doet over taal en beeld. De bewijsvoering is slordig: denken beelddenkers nu in woorden of ook in gevoelens, ervaringen of  in ruimte? Klopt het wel dat ze auditief zo slecht zijn? En hoe komt het eigenlijk dat beelddenkers geen woordbeelden hebben, dat zijn toch ook beelden? Is het niet gek dat een begripsdenker (die tegenvoeter van de beelddenker) bij het horen van het woord 'stoel' het woordbeeld stoel voor zich zou zien, dat toch eigenlijk ook een beeld is?

Uiteindelijk vond ik het artikel 'Beelddenken kritisch bekeken' van Nieske van Woerden en Henk Wiers uit 2000 in De Psycholoog. Wat een verademing, zo'n ontnuchterende analytische blik. Wat kunnen we over beelddenken beweren? Ja, er is een verschil tussen talig denken en niet talig denken, zoals visueel denken. Er is bovendien een verschil tussen holistisch en analytisch denken. Maar de koppeling die de beelddenksector graag maakt tussen visueel en holistisch (vanuit het geheel) en analytisch met lingüistisch: daarvoor is geen wetenschappelijke grond. Bovendien kun je heel goed verschillende manieren van denken combineren, ook al hebben mensen voorkeuren.

Ik vraag me af waardoor mijn dochter dan moeilijkheden had, nu ik haar op wetenschappelijke grond niet een beelddenker kan noemen? De aandacht en intelligentie van de psycholoog heeft in elk geval geholpen. Is dat misschien een vingerwijzing?
Hoe ík leerlingen kan helpen met spelling of vreemde talen of het lezen van lappen tekst voor hun studie, daar ben ik nog niet uit. Aandacht en intelligentie inzetten in elk geval en niet denken in hokjes, ook niet in het aantrekkelijke beelddenker-hokje.