zaterdag 26 april 2014

De kleur van de koningklijke neusvleugel


De kleur van de koninklijke neusvleugel

De nieuwe staatiseportretten zijn schitterend. Geen kleren-voor-de-keizer kunst ditmaal. Femmy Otten, Rineke Dijkstra en Iris van Dongen kunnen wat en hun portretten van de koning zijn klassiek en tijdloos. Eigentijds klassiek? Subtiel klassiek? Gepast tijdloos?

Het nieuwe sprookje heet 'De kleur van de koninklijke neusvleugel' en is bij nader beschouwing toch een hedendaagse variant op het klassieke tijdloze sprookje. In 2014 kunnen kunstenaars weer gewoon hun vak laten zien. Maar tegelijkertijd is 'het vak' voor de Mondriaan Stichting, die de kunstenaars heeft gekozen, helemaal geen onderscheidende factor meer. Van Dongen, Dijkstra en Otten zijn kwaliteitskunstenaars en dat betekent dat zij opvolgers zijn van vroegere kwaliteitskunstenaars, Mondriaan, Van Gogh en Rembrandt die allen op hun eigen manier wegbereiders waren voor een of andere vorm van nieuwe kunst. Deze voorgangers waren een klein beetje of heel erg vernieuwend en opruiend. De drie dames zijn uitdrukkelijk geen portretschilders. Het deert dan ook niet dat zij misschien kleine foutjes maken die alleen strenge academieleraren uit het Noorden zien, waar men op de Minerva Academie nog het vak leert. De traditie is bij Dijkstra, Otten en Van Dongen een keuze en daarmee zijn het hedendaagse kunstenaars. 

De Mondriaan Stichting heeft anno 2014 kunnen kiezen voor kunstenaars die de traditie opvatten als een statement en slaan daarmee twee vliegen in een klap. De portretten zijn eigentijds en ze zijn van alle tijden. De drie portretten die nu net gemaakt zijn van Koning Willem Alexander lijken meer op klassieke staatsieportretten uit vroegere eeuwen dan de portretten van Beatrix die Jeroen Henneman, Carla Rodenberg en Marthe Röling maakten. Dat maakt het volk misschien gelukkig...

Maar, hoe zie je nu eigenlijk het verschil in intentie tussen de hippe Van Dongen en de destijds verguisde Carel Willink? Waarom was Willink reactionair en is Van Dongen nu vooruitstrevend. Deze vraag speelt veel hedendaagse Willink-achtige (lees realistisch werkende) portretschilders vandaag parten. Er is niet gekozen voor de hardere portretten van Natasja Kensmil, of het kinderlijke aandoende schilderij van Emo Verkerk. Dat heeft de Mondriaan Stichting niet aangedurfd, maar er is ook niet gekozen voor een Pieter Pander, Sam Drukker of een Henk Helmantel. Om precies de kwaliteit- waarbij dus ook hoort: hedendaagsheid- te kunnen toetsen daarvoor heb je een misschien wel een koninklijke neus nodig en als je die niet hebt, doe je er beter aan te zwijgen, om niet voor een lomperik te worden uitgemaakt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten