De kleur van de koninklijke neusvleugel
De nieuwe staatiseportretten zijn schitterend. Geen
kleren-voor-de-keizer kunst ditmaal. Femmy Otten, Rineke Dijkstra en Iris van
Dongen kunnen wat en hun portretten van de koning zijn klassiek en tijdloos.
Eigentijds klassiek? Subtiel klassiek? Gepast tijdloos?
Het nieuwe sprookje heet 'De kleur van de koninklijke
neusvleugel' en is bij nader beschouwing toch een hedendaagse variant op het
klassieke tijdloze sprookje. In 2014 kunnen kunstenaars weer gewoon hun vak
laten zien. Maar tegelijkertijd is 'het vak' voor de Mondriaan Stichting, die de kunstenaars heeft gekozen, helemaal geen onderscheidende
factor meer. Van Dongen, Dijkstra en Otten zijn kwaliteitskunstenaars en dat
betekent dat zij opvolgers zijn van vroegere kwaliteitskunstenaars, Mondriaan,
Van Gogh en Rembrandt die allen op hun eigen manier wegbereiders waren voor een
of andere vorm van nieuwe kunst. Deze voorgangers waren een klein beetje of
heel erg vernieuwend en opruiend. De drie dames zijn uitdrukkelijk geen
portretschilders. Het deert dan ook niet dat zij misschien kleine foutjes maken
die alleen strenge academieleraren uit het Noorden zien, waar men op de Minerva
Academie nog het vak leert. De traditie is bij Dijkstra, Otten en Van Dongen
een keuze en daarmee zijn het hedendaagse kunstenaars.
De Mondriaan Stichting
heeft anno 2014 kunnen kiezen voor kunstenaars die de traditie opvatten als een
statement en slaan daarmee twee vliegen in een klap. De portretten zijn
eigentijds en ze zijn van alle tijden. De drie portretten die nu net gemaakt
zijn van Koning Willem Alexander lijken meer op klassieke staatsieportretten uit
vroegere eeuwen dan de portretten van Beatrix die Jeroen Henneman, Carla
Rodenberg en Marthe Röling maakten. Dat maakt het volk misschien gelukkig...
Maar, hoe zie je nu eigenlijk het verschil in intentie
tussen de hippe Van Dongen en de destijds verguisde Carel Willink? Waarom was
Willink reactionair en is Van Dongen nu vooruitstrevend. Deze vraag speelt veel
hedendaagse Willink-achtige (lees realistisch werkende) portretschilders
vandaag parten. Er is niet gekozen voor de hardere portretten van Natasja
Kensmil, of het kinderlijke aandoende schilderij van Emo Verkerk. Dat heeft de
Mondriaan Stichting niet aangedurfd, maar er is ook niet gekozen voor een Pieter
Pander, Sam Drukker of een Henk Helmantel. Om precies de kwaliteit- waarbij dus
ook hoort: hedendaagsheid- te kunnen toetsen daarvoor heb je een misschien wel
een koninklijke neus nodig en als je die niet hebt, doe je er beter aan te zwijgen,
om niet voor een lomperik te worden uitgemaakt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten