Ik help mijn dochter met spelling. Ze zegt dat ze
onzeker is of dit mijn ondersteuning wel professioneel genoeg is. "Wat zou het
professioneler maken?", vraag ik. "Ik heb bijvoorbeeld geen map en geen huiswerk",
zegt ze. "OK, dan zorg ik toch voor een map en huiswerk", zeg ik. En dat stelt
haar gerust.
Werkwoordspelling wordt bij de Citotoets als volgt getest: Je
krijgt telkens vier zinnen en in elke zin is een werkwoordsvorm dikgedrukt. Je
moet kiezen welke van de vier fout is. Ik zie de fout bijna direct, maar degene
die straks de Citotoets moet doen niet en mijn zoon (6 VWO) trouwens ook niet.
Ik heb een methode bedacht die gebaseerd is op de proefwerken Latijn van mijn
middelbare schooltijd. We kregen
een tekst om te vertalen, ik was daar meestal niet goed in. Daarna kregen we vragen over grammaticale kwesties uit de tekst. Je moest uitleggen
waarom een bepaalde verbuiging of constructie op de plaats in de tekst correct
was. Dit was mijn favoriete gedeelte van de toets. Ik haalde er het totaal aantal
punten mee op.
De methode die ik voor het tackelen van de Citotoets heb
bedacht is als volgt: Bij elke dikgedrukte werkwoordsvorm moet je beredeneren
waarom het goed of fout is. Is het verleden tijd of
heden? Een sterk of zwak werkwoord?. Heb ik bij de tegenwoordige tijd iets met 't kofschip te maken? Eindigt de stam op een f of een v?. Enzovoort.
En dat natuurlijk op gestructureerde wijze (misschien dat ik die eens uit de
doeken doe nadat ik er patent op aan heb gevraagd).
En nu was Maurice de Hond bij Pauw en Witteman in discussie over
zijn Steve Jobs Basisscholen met de
rector van het Euro-College een privé MBO opleiding. Tijdens de aftiteling maakte
Pauw flauwe grapjes over de rector die de eindtune niet herkende omdat hij geen
computer zou hebben. Best raar, want Pauw en Witteman is tv en geen
internet. Als je op televisie iets wil beweren, kun je het beste een tv-ster
inhuren die je verhaal kan verpakken in de soundbites en de beeldbites die tv begrijpt. Je
hebt een enorme achterstand als je niet een bekend gezicht hebt met het hele
verhaal dat daar al bij meekomt. Als ik Maurice de Hond zie, denk ik niet aan
betrouwbaarheid en zelfs niet aan sluitende redenering, maar ik ben vast een
uitzondering.
De Hond komt er mee weg dat op 'zijn' scholen kinderen van kleutertijd af met een iPad werken omdat ze daar alles op
kunnen vinden. Hij hoeft niet uit te leggen waarom het goed is als de leraar
(coach) weggaat nadat hij de opdracht in de groep heeft gegooid om ‘medeklinkers’ op te
zoeken. Ik denk en hoop dat er
voor dit op internet gebaseerde onderwijs veel materiaal is gemaakt dat specifiek
voor de doelgroep is, zodat kinderen van groep 6 aangewezen
zijn op Wikipedia om iets over medeklinkers te weten te komen.
De rector waarmee De Hond in discussie trad, probeerde, denk
ik, de volgende repliek te geven: Eerst moet een kind een structuur in zijn
hoofd krijgen zodat hij informatie van buitenaf (zoals van Wikipedia) beter op
waarde kan schatten. Misschien is dit een pré-digitaal standpunt, maar hier
had het over moeten gaan. Kunnen kinderen van nu het beter aan dan kinderen van
vroeger om zonder structuur, die noodgedwongen door een vorige generatie wordt
aangereikt (een generatie die dus niet vanaf de eerste paplepel met computers
op schoot heeft gezeten), zich een weg te banen door alles wat er te leren valt
en geleerd moet worden?
Terug naar de spelling. Ja, ik denk dat kinderen best zelf een structuur kunnen
maken door de chaos die de wereld is. Het gesproken woord is zo’n chaos en
spelling is een manier om die chaos te beteugelen. Spellingsregels zijn bedacht
door mensen en er zijn vele variatie mogelijk. Spelling hoeft niet vast te
staan. In vroeger tijden werden verschillende spellingen naast elkaar geduld en
dus waren fouten minder erg fout. Zonder autoriteit zou er best weer zo’n
variatie aan spelling kunnen ontstaan en meer tolerantie voor spellingsfouten.
Maar, nee, ik denk niet dat kinderen de officiële spelling waaraan de oude generatie zo hecht correct zullen overnemen.
Werkwoordspelling is als een aangeslibd eiland*. Van alles is verklaarbaar uit
overwegingen van spellingmakers van vroeger, maar een heldere logische
structuur is het niet. Werkwoordsspelling is in het licht van de komende digitale revoluties waarschijnlijk
geen belangrijke tool. Voor de rector van het Eurocollege
is het toch een basisstructuur die hij als oudere generatie kan aanreiken.
Mijn dochter doet zit jaar de Citotoets. Met een map of met
een iPad moet zij dat historische fenomeen van onze werkwoordspelling onder de
knie krijgen en fouten eruit halen die zij op dit moment nog helemaal niet
storend vindt. Op een dag zal ze iemand die een flagrante fout in
werkwoordspelling maakt vast -net
als haar (groot)ouders - geweldig dom en onopgevoed vinden. Internet biedt veel
sites waarmee je werkwoordspelling kan oefenen. Maar nog geen waar is nagedacht
over de methode die een kind van 11 kan gebruiken om grammaticale fouten te
ontdekken door het te beredeneren.
Soms loopt internet namelijk gewoon niet
voor.
* Lord of the Flies, van
William Golding, daar doen mij als utopie voorgestelde idealen waarin kinderen
zonder begeleiding van de oudere autoriteiten een nieuwe maatschappij oprichten
en de utopie van De Hond lijkt mij net als het eiland van Golding, een dystopie. Zijn voornaamste probleem
als babyboomer is, dat hij zelf niet ziet dat hij ook voorbije generatie is,
terwijl hij als babyboomer alleen de kwaliteit van jeugd en het nieuwe kan
zien.